Praktijkvraag als uitgangspunt voor het type beroepsproduct
Door Jeany van Beelen-Slijper (afstudeerbegeleider HBO-Rechten en associate lector HRM & Persoonlijk Ondernemerschap) van hogeschool Inholland.
Studenten kiezen uit vier varianten van beroepsproducten
De basis van het afstudeerprogramma HBO-Rechten is een opdracht vanuit de juridische beroepspraktijk. Studenten doen een praktijkgericht juridisch onderzoek en leveren een onderzoeksrapport op. Ze zetten de aanbevelingen uit het onderzoek om naar een bijpassend, bruikbaar beroepsproduct. De student kan daarbij kiezen uit vier varianten, voor een vorm die het beste past: een analyse, een advies, een ontwerp, of een fabricaat. Beroepsproducten kunnen verschillen in omvang en complexiteit. Figuur 1 geeft een overzicht van de varianten met enkele voorbeelden.
Deze opzet doet recht aan de mogelijkheden van de studenten. Ben je vooral verhalend ingesteld, dan kies je voor een narratieve vorm, ben je meer visueel ingesteld dan kies je voor een visuele of schematische representatie. Een voorbeeld van een ontwerp: Een student heeft een infographic gemaakt over de toegankelijkheid van het recht. Daarin komen de aspecten terug ‘mag dat, getoetst aan de wet’, en ‘werkt dat, getoetst in de praktijk’. Een andere student heeft een stroomschema met protocol ontwikkeld voor de gemeente Dordrecht voor het woonbotenbeleid.
Opbouw van het afstuderen
Het afstuderen wordt in vier fasen opgebouwd, zie figuur 2.
In de voorbereidende fase houden we drie bijeenkomsten, ter oriëntatie op de opbouw van het afstuderen, en op de eisen en mogelijkheden. Dan volgt fase 2, het opstellen van het plan van aanpak. Deze fase hebben we in twee delen gesplitst. Na drie weken volgt al een advies, dat was eerst pas na zeven weken. We zien onderzoek doen als een iteratief proces, en na drie weken kunen studenten hun keuze nog aanpassen. Het advies is ‘op koers’, ‘aanpassen’, of ‘verbeteren’. Een tweede docent heeft het plan van aanpak ook al gelezen, zo komen we niet meer voor grote verrassingen te staan. De docentbegeleider heeft in de plan van aanpak fase ook contact met de opdrachtgever, waarin een wederzijdse check van de verwachtingen plaatsvindt t.a.v. het op te leveren eindproduct.
Fase 3 bestaat uit het uitvoeren van het onderzoek en het ontwikkelen van het onderzoeksrapport en beroepsproduct, in totaal twintig weken. Het afstudeertraject wordt afgesloten met een eindgesprek (fase 4) over de eindproducten.
Vanaf eerste jaar voorbereiden op afstuderen
Studenten bereiden zich vanaf het begin van de studie voor op het afstuderen. In het eerste jaar leren ze een eenvoudige dossieranalyse te maken, waarbij het accent ligt op bronnenonderzoek. In het tweede jaar oefenen ze met het formuleren van een probleemanalyse en een onderzoeksvraag. In jaar drie komen methodes van praktijkgericht juridisch onderzoek aan de orde, o.a. Interviewtechnieken en observaties. Daarnaast komen in jaar drie ook de juridische representatie en het programma van (juridische) eisen aan bod. In de afstudeerkring in het vierde jaar passeren de meest essentiële onderdelen en stappen voor praktijkgericht juridisch onderzoek nogmaals de revue. In een afstudeerkring deelt de docent ook lesmateriaal. Dit alles vormt een basisprogramma waarbij we een studentenhandleiding en een docenthandleiding gebruiken. Zo hopen we vanuit een doorlopende onderzoeksleerlijn de studenten op een logische manier voor te bereiden op het afstuderen. Beginnend met een inleiding in jaar 1, het leggen van een basis in jaar 2, en de verdieping in jaar 3.
Verdeelsleutel in de beoordeling verschilt per type beroepsproduct
De afstudeerders leveren allemaal een onderzoeksrapport op, maar de omvang daarvan is verschillend en de ‘stepping stones’ en beoordelingsoverweging zijn ook anders. Er is een verdeelsleutel voor het beoordelen van het onderzoek, zie figuur 3.
Afstudeerkringen met ca. 6 studenten
In de plan van aanpak fase zijn vier fysieke bijeenkomsten met de afstudeerkring van ca. 6 studenten, in de afstudeerfase ook vier. De fysieke bijeenkomsten worden afgewisseld met online bijeenkomsten. Studenten zien elkaar elke twee weken in de kring, en soms ook nog daarnaast. Iedere student heeft een eigen opdracht, maar er worden wel ervaringen uitgewisseld. Zeker als het om vergelijkbare bedrijven gaat.
In de coronaperiode waren alle bijeenkomsten online. De meningen waren daarover verdeeld. De omgeving in MS Teams is handig om spullen te delen, maar schept ook afstand in contact maken. Inmiddels werken we dus met een mix van online en fysieke bijeenkomsten. De docent laat zien wat er die week aan de orde komt en de studenten leveren stukken van hun werk in. De andere studenten geven daar feedback op, met behulp van feedback formulieren.
Opdrachtgever krijgt een duidelijke rol
We letten op de bruikbaarheid: we vragen advies hierover aan de opdrachtgever en in principe nemen we dit over. Doordat de begeleidende docent al in de plan van aanpak fase contact heeft met de opdrachtgever heeft is het contact met de opdrachtgever geïntensifieerd. En de student begrijpt veel beter waarom de bruikbaarheid zo beoordeeld wordt. We merken wel dat opdrachtgevers hieraan moeten wennen, de bereidwilligheid en bereikbaarbaarheid is soms een aandachtspunt.
Ontwikkelingen en geleerde lessen
Na een jaar van pilots zijn we in september 2022 gestart. We hebben onze vernieuwingen ook gedeeld en besproken met de Hogeschool Leiden en de Juridische Hogeschool Avans HBO-Rechten. We hebben met het team afstudeerbegeleiders vijf professionalisereingsbijeenkomsten gehouden. Kalibreren is uiterst belangrijk gebleken in dit transitieproces. Soms kijken mensen wel hetzelfde, maar is het oordeel toch anders. Verder hebben we externe deskundigen geraadpleegd en hen ook uitgenodigd om workshops te komen geven, o.a. Mirjam Losse over de typen beroepsproducten.
Na de doorontwikkeling heeft het een jaar gekost om het hele afstudeerteam mee te nemen in deze andere manier van afstuderen, die veel meer gericht is op de praktische toepasbaarheid van juridisch onderzoek. We moesten leren om met andere typen juridische beroepsproducten te werken. HBO-Rechten is van oudsher vrij ’traditioneel’ ingesteld: we kennen vooral de juridische analyse en het juridische advies. In de professionaliseringsbijeenkomsten, waarin we zelf aan de slag gingen, kwamen we er met elkaar achter dat het helemaal niet ‘makkelijker’ is om aanbevelingen van een onderzoek om te zetten in een infographic. Of dat bijvoorbeeld een stroomschema met protocol wel degelijk een beroepsproduct kan zijn dat past bij juridisch praktijkgericht onderzoek.
Het pilotjaar was niet alleen nodig om de vernieuwingen goed te laten ‘landen’, we hadden ook logistiek meer dan een jaar nodig om alles aan te passen. Denk aan de beoordelingsformulieren en rubrics (vier varianten), Moodle, Handleidingen, OER, enzovoort. Dat kost gewoon tijd, zeker als je dit eerst met pilots wilt testen en evalueren.
We zijn sinds september 2022 voor het echt gegaan. Heel fijn dat we na de doorontwikkeling ruim de tijd hebben genomen voor dat pilotjaar. En ja, met de geleerde lessen komen we iedere keer een stapje verder. Onlangs hebben we weer een bijeenkomst gehad met de extern deskundigen die examinator zijn bij het afstuderen. Ook zij moeten worden meegenomen in het werken met een beroepsproduct naast het onderzoeksrapport.
Referenties
Losse, M. (2018). Onderzoekend vermogen ontwikkelen bij studenten. Een methodiek voor hbo-docenten. Boom hoger onderwijs.
Losse, M. Van Turnhout, K. (2021). Bouwstenen. Samen naar praktijkgericht onderwijs. E-book. Boom hoger Onderwijs.
Van Schaaijk, G.A.M.F. (2019). Praktijkgericht juridisch onderzoek. Derde druk. Boom juridisch.
Vols, M. (2020). Juridisch Onderzoek. Honderd vragen en antwoorden. Den Haag: Boom juridisch.