Opbouw in drie semesters met verschillende accenten

Door Beryl Wijnberg- van Honschooten (Coördinator Business Connections en Graduation Internship Advisor) en Meryem Yalçin-Güvenir (Graduation Internship Advisor) bij de International School of Business (ISB) van de HAN University of Applied Sciences

Het doen van onderzoek in het laatste half jaar bij een opdrachtgever leverde problemen op. Studenten waren lang met een plan van aanpak bezig, dan data verzamelen en rapporteren. Dat paste vaak niet bij de belangstelling van de student en het rapport bleef ergens liggen bij de opdrachtgever. Het leidde ook nogal eens tot studievertraging. Vier jaar geleden heeft ISB gekozen voor een afstudeerjaar, bestaande uit twee semesters. De aanloop voor het afstudeerjaar begint echter tijdens de stage in het derde jaar. Zie figuur 1.  In het F cluster in het derde jaar ervaart de aankomend professional de dagelijkse praktijk, in het G cluster wordt vak inhoud en onderzoek op het eindniveau getoetst en in het H cluster bewijst de student zijn startbekwaamheid als autonome professional in een interculturele setting en complexe taak context.

Figuur 1: De drie clusters van het afstudeertraject bij de International School of Business

Apart semester voor onderzoeksopdracht en vakinhoudelijke toetsing (G cluster)

We hebben nu een apart semester voor het toetsen van onderzoek en vakinhoudelijke kennis op eindniveau. Dat doen we in het eerste deel van het vierde jaar, het G-cluster. Het woord onderzoek had een negatieve klank gekregen bij zowel bedrijven als studenten. Dat kwam o.a. doordat het om één groot onderzoek ging. Nu werken we kort-cyclisch, aan meerdere onderzoeksopdrachten die samen leiden tot een resultaat, een professioneel product. Nu kiest de student zelf, in plaats van de opdrachtgever, naar welk onderwerp hij/zij onderzoek wil doen. De student kan de onderzoeksresultaten gebruiken om zichzelf te profileren bij een toekomstige werkgever, omdat geadviseerd wordt een onderwerp te kiezen waar het bedrijfsleven in is geïnteresseerd en student zich in wil onderscheiden.

Meer vrijheid voor professional performance (H cluster)

Door het apart toetsen van de onderzoeksopdrachten hebben we in het tweede semester van het vierde jaar meer vrijheid om aan te sluiten bij de interesse van de aankomend professionals en bij wat het bedrijf nodig heeft. Het accent ligt dan niet meer op onderzoek doen, maar op het werken aan complexe taken in een interculturele setting en in een complexe context. Het bedrijf moet daar concreet iets aan hebben. De kerntaak voor het H cluster (5 maanden) is ‘doe alsof je al bent afgestudeerd en er straks iets ligt waar je zelf, of een van je collega’s bij het bedrijf mee aan de slag kan’. Studenten opereren als medewerkers en moeten voldoen aan wat van een young professional mag worden verwacht. Het kan vergeleken worden met een Traineeship.

Beoordeling van de drie clusters

De beoordeling in de drie clusters volgt een lijn met doorlopende aandacht voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Het F cluster in het derde jaar telt mee voor 30 EC. Ervaren hoe het werken in een bedrijf is staat centraal, waarbij het oefenen met kleine onderzoeksopdrachten is verweven in de stage. Studenten bouwen een portfolio met verantwoording van hun activiteiten en bewijs van wat ze aan producten hebben geleverd bij en voor de opdrachtgever. Reflectie op de eigen ontwikkeling speelt een grote rol. Het portfolio van het derde jaar bevat ook een Personal and Professional Development Plan (PPD) voor het vierde jaar. Als het portfolio van voldoende niveau is, vindt het afrondende criterium gerichte interview plaats voor de bepaling van het eindcijfer.

In het G cluster toetsen we de Professional Learning Outcomes, volgens 24 landelijk vastgelegde criteria op eindniveau. 10 EC is gericht op het onderzoekend vermogen, de andere 20 EC op vakinhoudelijke kennis. De studenten leveren voor de onderzoeksvaardigheden een Sales Pitch plus een Justification Report. We gebruiken daarvoor het model van Miriam Losse (2018) voor beroepsproducten, gecombineerd met criteria voor onderzoekend vermogen uit het Protocol Afstuderen 2.0 (Andriessen, Sluismans & Snel, 2017).

Omdat in het G cluster de specifieke onderzoekstechnieken en vakinhoudelijke kennis al getoetst zijn, kunnen we in het H cluster holistisch toetsen. Daarvoor gebruiken we Professional Performance Areas (PPA). Studenten reflecteren op hun performance per PPA en kunnen daarbij gebruik maken van bepaalde indicatoren.  Naast 5 PPA’s is er een zesde beoordelingscriterium ‘company related tasks, activities and professional products’. Daarin wordt getoetst of de taken op afstudeerniveau zijn en wat de toegevoegde waarde voor het bedrijf is. Er moet voor alles bewijs geleverd worden. Dat kan van alles zijn: Een plan, Excel sheets, video, foto’s, rapportages, procesbeschrijvingen. Dat bewijs moet wel op een complex niveau zijn, bijvoorbeeld van het onderhandelen met bepaalde managementlagen. Ook maken feedbackformulieren van collega’s onderdeel uit van de bewijslast. Daarmee bouwt de young professional een portfolio op en vindt, ook na voldoende resultaat van het portfolio een afrondend criterium gericht interview plaats, zie figuur 2.

Figuur 2: Opbouw Graduation Internship in het laatste half jaar (H cluster)

We werken met Job-Teaser, een platform met vacatures van onder ander onze partners, maar studenten kunnen ook zelf een bedrijf zoeken. De student maakt een graduation proposal, daarin staat o.a. wie de company coach wordt. We eisen daarvoor minimaal drie jaar relevante werkervaring en minimaal bachelor niveau. Verder staat in het proposal welke taken je van plan bent te gaan uitvoeren en een voorstel voor de eindproducten. Bovendien moet de student samen met de bedrijfscoach motiveren wat de verwachte autonomie en complexiteit van de taken/ context zijn. We gebruiken het vier ogen principe, twee internship advisors moeten het proposal goedkeuren en 2 examinatoren doen de eindtoetsing.

Het verwerken van feedback speelt een grote rol in het portfolio. Belangrijke feedback momenten zijn:

  • Twee keer een company visit, waarin de coach van school en de company coach samen met de young professional de voortgang bespreekt;
  • Twee keer houdt de young professional een 360 graden feedback met minstens 4 collega’s van het bedrijf.

Kennis verzameld door studenten leidt tot aanpassen opleiding, lectoraten worden betrokken

We houden structureel bij bij welk bedrijf elke student zit en aan welke taken wordt gewerkt in het derde en vierde jaar. Zo krijgen we zicht op ontwikkelingen in het werkveld die we terugkoppelen naar de opleidingen. Een voorbeeld: Meryem was coördinator van online marketing. De praktijk van dat vakgebied verandert elk jaar, we zien een shift in de onderwerpen die belangrijk zijn. We hebben de onderwerpen van de proposals geanalyseerd en mede op basis daarvan de module online marketing doorontwikkeld. Een ander voorbeeld: wij hebben studenten die stage lopen/ afstuderen gevraagd inzichtelijk te maken welke ICT-systemen ze in het bedrijfsleven gebruiken. Zo weten we bij de opleidingen waar we meer aandacht aan moeten besteden. De (geanonimiseerde) data van al onze stage/ afstudeerstudenten gaan we gestructureerd vastleggen en delen met de lectoraten, de curriculum commissie en vakgroepen. Zij kunnen daar bijvoorbeeld een omgevingsanalyse op doen. Dat zijn de Big Data, feiten op basis van wat studenten in het werkveld doen. We hebben ook zgn. short-cut data, dat gaat over ervaringen van bedrijven. We geven opdrachtgevers regelmatig een vragenlijst met ca. 10 vragen. De antwoorden gebruiken we om te bepalen wat er nodig is aan aanpassingen in de opleiding.

Ervaringen tot nu toe

Dit hernieuwde traject draait nu vier jaar en we zien dat circa de helft minder studenten vertraging oplopen bij het doen van onderzoek in het G cluster. In het H cluster zijn slechts enkelen die het niet binnen een half jaar positief afronden. De beoordeling van de portfolio’s (F en H cluster) vergt een holistische benadering van collega’s, we hebben geen vaste lijst met beoordelingscriteria meer die je af kunt vinken. We hebben de afgelopen jaren veel tijd besteed aan het kalibreren van de beoordeling, en nu nog, omdat holistisch toetsen veel van de collega’s vergt. Docenten moeten opgeleid worden in deze manier van beoordelen van het vrije aanleveren. De mensen die dit vaker hebben gedaan weten nu hoe het aan te pakken, ze helpen de mensen met minder ervaring. Het kalibreren gebeurt nu twee keer per semester. We organiseren vier sessies per jaar, elke opleidingscoach is verplicht om er twee per jaar te volgen. Dat is een vereiste van de examencommissie. We hebben specialisaties, maar we toetsen in het laatste half jaar niet de vakkennis. Natuurlijk moet je wel kunnen beoordelen of een proposal aan het bachelor niveau voldoet. Daarvoor hebben we sparringpartner groups met docenten die expert zijn op een bepaald gebied. Die kun je als begeleider raadplegen.

De bedrijven zijn ontzettend blij met deze opzet. De begeleiders zijn blij, want die zijn in het H cluster niet meer zo bezig met de onderzoekstechnieken. De studenten zijn blij dat ze zich kunnen focussen op dingen die zij interessant vinden, bij het soort bedrijf en het soort werk waar ze mogelijk verder mee willen. Veel studenten kunnen na het afstuderen bij het bedrijf blijven werken.

“I would like to compliment the fact that the student is not only assessed on his portfolio, but also on his added value in the internship company and that the company coach is carefully listened to.(Company coach)

Referenties

Andriessen, D., Sluismans, D. & Snel, M. (2017). Protocol Verbeteren en Verantwoorden van Afstuderen in het hbo 2.0. Vereniging Hogescholen.

Losse, M. (2018). Onderzoekend vermogen ontwikkelen bij studenten. Een methodiek voor hbo-docenten. Boom.